Amerikaanse telecombedrijven mogen voortaan meer informatie onthullen over de verzoeken die ze van de overheid krijgen om data over hun klanten vrij te geven. Dat meldt het ministerie van Justitie. Google, Microsoft, Yahoo, Facebook en LinkedIn hadden hier zelf om gevraagd. Met een opener communicatie willen ze foute berichtgeving in de media tegenspreken en aantonen dat de informatie die ze doorspelen beperkt blijft.

Onder de zogenoemde Foreign Intelligence Surveillance Act kan de Amerikaanse overheid bedrijven als Google, Microsoft, Yahoo, Facebook en LinkedIn vragen informatie over hun gebruikers over te dragen. Over die informatie-uitwisseling mocht tot nu toe niet worden gecommuniceerd, tot ergernis van de internetbedrijven. Door de geheimhouding werd volop over de aard en de schaal van de uitwisseling gecommuniceerd terwijl de bedrijven geen wederwoord hadden.

Nu hebben Google, Microsoft, Yahoo, Facebook en LinkdIn een compromis bereikt met het ministerie van Justitie. Voortaan zullen ze meer en openlijker mogen communiceren over de verzoeken van de overheid om data over hun klanten vrij te geven. Op die manier hopen de bedrijven de indianenverhalen uit de wereld te helpen. Ze willen ook aantonen dat slechts een miniem aandeel van hun klantengegevens naar de overheid wordt doorgesluisd.

De internetbedrijven laten in een gemeenschappelijk persbericht weten dat ze tevreden zijn met de nieuwe regelgeving. "Het grote publiek heeft het recht te weten hoeveel aanvragen de inlichtingendienst indient en om wat voor soort aanvragen het gaat", klinkt het. Toch blijven de bedrijven bij het Amerikaanse parlement aandringen "extra maatregelen te nemen om tot de hervormingen te komen die ze noodzakelijk achten".

President Barack Obama kondigde onlangs nog aan dat hij beslist heeft de programma's die op grote schaal telefooncommunicatiegegevens verzamelen beperkingen op te leggen.

Bron : Belga